Welkom terug bij de cursus gedichten verbeteren. We nemen vandaag een voorbeeld als uitgangspunt van een gedicht dat het net niet is. Een gedicht met ‘leuke regels’ dat bij nauwkeurige lezing slap is:
Vriendschap tussen dichters
Ik geef je een rondleiding door mijn woordengeilheid
en verklaar je alle attributen, alle hendels, alle knoppen.
Jij luistert met vriendelijke interesse naar je vakbroeder
als ik weer omkijk heb je je haren los gedaan
vaart de maan achter jouw hals de schimmen in
en knik je mijn regels weg met een glas rode wijn
dat ik je serveer en je smijt blikken van genegenheid,
begint te metaforen uit je eenzame hart
je bent veel te abstract, zeg je, je holt jezelf uit
alles wat ik hoor is het rammelen van je apologieën
je bent een hobbymonnik die zich alleen waant met het Zijn
zoals je genoegzaam lussen maakt in je möbiushuis
was je maar wat hoeriger met je betekenissen
zoals de stad met haar skyline of een meisje van drie
want nu hoor ik je lachen, en het is nergens een echo van
Ik word gulzig naar je semiotiek en trek in mijn hoofd
een stippellijn. Daarover ga je balanceren, en onderwijl
houd ik voor jou de vogels gevangen in de lucht
De metafoor aan het slot moet duidelijker, nu hangt hij er los bij. Het beeld van de vogels, die toch vrij zijn in de lucht, ‘gevangen’ houden, dus de illusie dat we ze kunnen doorgronden ondanks die vrijheid, is niet slecht. De vogels gevangen houden in de lucht: de wereld beschrijven om de illusie van een noodzakelijk verband, een patroon, te creëren uit de chaos die ons omringt. Zo’n gedachte is leuk en aardig, maar hij heeft meer ruimte nodig.
Het gedicht begint concreet als een museumrondleiding. Zo’n beeld moet worden opgebouwd tot een soort dialoog van poëtische denkbeelden, waarop die vogels in de lucht dan kunnen aansluiten. Het gedicht is in deze vorm nog teveel een kladje, te onnauwkeurig (het zegt over vriendschap te gaan maar er is erotiek). Laten we de mooie dingen (mobiushuis, lachen zonder echo, metaforen) eruit lichten en versterken, terwijl we de rest bij het grofvuil zetten.
we leiden elkaar rond langs dierbare woorden / mechanisch eerst, gedoe met hendels en knoppen
langzaam dichter, alsof poëzie ons meer lichaam is / en lichamen zijn gelijk /
we strikken woorden tot vreemde kledingsstukken (de strikte doorgevoerde metafoor is wat glans- en uitdrukkingsloos),
voor ledematen die we uitvinden / lijftaal / woorden-balg (een balg is een afgestroopte huid of een blaasbalg; balgen is opzetten – de woorden worden geconserveerd maar zijn ook wind)
met de vorm van onze ruggen tegen elkaar / lezen / we plakken woordenalbums vol op een oude zolder
kniklachen in de vrolijke wetenschap dat we nooit gevonden worden / wat we verborgen (?)
je dicht veel te abstract, een hobbymonnik die zich heeft ingegraven
broeder, houden wij niet voor de mensen elkaar / de vogels gevangen in de lucht?
metaforen moeten we slijten als knieën, tot zelfs zwijgen niks meer waard is
de zonnewende tussen ons seizoen en wie er na ons komen
we leven gezond / eigenaar van / het geluk te weten wie je bent / wat drijft, het universele dier in jouw woorden?
we gaan samen werelden opzetten / die in elkaar omwentelen (revolutie? nee toch?)
ik slaap onder een dak van melanine / we zijn louter koolstofchemie, maar zo hoeven we niet te schrijven
ik bedank je voor het bezoek, we groetten / we gooien woorden tegen het plafond,
je reikt ver uit / ik kon nacht horen / en voor wie
We leveren voor € 195,00 op:
vriendschap tussen dichters
ik geef je een rondleiding langs de wereld die ik hier heb opgezet
het universele dier in de woorden die ik heb gebalgd
de vogels die ik gevangen houd in de luchtje zegt langzaam en gespierd
dat ik veel te abstract dicht
dat ik een hobbymonnik ben
die lussen legt in zijn möbiushuisik lach maar het is nergens een echo van
was ik maar wat hoeriger, met mijn betekenissen
zoals de stad met haar skyline of een meisje van drie met haar tranenje zegt op een oude zolder dat we onze metaforen
moeten slijten als knieën tot ook zwijgen niks waard meer isin jouw woorden
kon ik nacht horen
en voor wie
Commentaar is weer gewenst; het kan er alleen maar beter van worden (en er worden geen zieltjes gekwetst, try me). Of heeft iemand een beter gedicht over de vriendschap tussen dichters?