O grote natuur genadeloze, onbarmhartige
alle bevatting overstijgende geweldenaar
we dachten je te kunnen temmen, maar
nu zijn wij het, die zijn afgeranseld
Laten we geen klaaglied zingen
van hoe onbeduidend we zijn en hoe
ons diepste leed wordt voortgespoeld
door het wassende water van de geschiedenis
Zwijgen zou kunnen, al is dat grotesk
de stilte aanheffen, uit volle borst
gek worden, ontworteld, ontheemd
vreemden voor onszelf, portretten voor elkaar