Politici: loopt niet Pieters Pad!

Ik heb de columns van Pfeiffer en von Kreyfelt net gelezen en vind het fascinerend hoe op basis van grofweg dezelfde feiten (Omtzigt zwom tegen de stroom in, stelde lastige vragen, coaleerde met de PVV en kreeg een burnout) hele verschillende perspectieven mogelijk zijn.

Interessant vind ik de omgang met het begrip waarheid, en daar wil ik het graag over hebben. Beide columnisten schrijven dat ‘de waarheid’ minder belangrijk is voor hun opponent: ” De waarheid, of althans de officiële versie daarvan, maakte hem achterdochtig,” vs. “Pfeiffer, daarentegen, [stelt] spot boven waarheid.” Ze beschuldigen hun opponent dus van totaal nihilisme, van een denken dat geen waarheidscriterium meer deelt met elkaar.

Maar dan zijn we snel uitgepraat. Pfeiffer geeft een opening door over de ‘officiële versie van de waarheid’ te spreken die Pieter zou wantrouwen. Daarna maakt hij enkele claims die falsificeerbaar zijn, zoals dat Omtzigt “de toeslagenaffaire veroorzaakte” en iemand een valse getuigenis liet afleggen (dat staat wel op wikipedia).

Max heeft het terecht over Omtzigts motivatie, en ik geloof ook dat die integer was. Pfeiffer had er meer een klassieke Griekse tragedie in kunnen zien. En ik denk dat de columnisten dan veel dichter bij elkaar uitkomen dan verwacht. Zolang we vasthouden dat voor alle vier de heren (Pieter, Ilja, Max en Kamiel) die hier nu zijn opgevoerd, de waarheid wel degelijk belangrijk is, iets waar we ons gelijk van afhankelijk willen maken.

Ja, we masseren de waarheid ook, door bepaalde feiten meer aandacht te geven en intenties te veronderstellen (vooral Pfeiffers vileine veronderstelling dat de burnout Omtzigt goed uitkwam). We spotten, we argumenteren stevig. Maar dat betekent niet dat we vervallen tot een Trumpiaans nihilisme waarin we ons niet langer vrijwillig onderwerpen aan de waarheid. Het gevaar is dat ons creatieve discours, onze vrolijke spot die we met een korreltje zout bedoelen, gereduceerd wordt tot postfaktisch nihilisme, dat we niet langer veronderstellen dat onze opponent op de waarheid uit it, omdat hij soms wat gretig interpreteert en projecteert.

Want dan zijn we snel uitgepraat. Ik zal het niet te lang maken, maar nog een observatie is hier interessant: wanneer we zo gretig elkaars intenties veronderstellen leidt dat tot verwarring van de perspectieven. Reduceert Ilja politieke verantwoordelijkheid echt tot theater? Dat zou betekenen dat zijn uitsmijter, “De taak die ons nu nog rest, is Pieter Omtzigt zo snel mogelijk te vergeten.” de zin heeft dat we op zoek moeten naar ‘beter’ theater. Hier wordt het veronderstelde perspectief van Omtzigt verward met het perspectief van Ilja zelf.

Wanneer we ‘politieke verantwoordelijkheid’ begrijpen als toewijding aan de waarheid (verkiezingsbeloftes nakomen, gewetensvol handelen) denk ik dat we dat prima facie bij iedereen moeten veronderstellen. Dan was Ilja’s column een beschrijving van de tragiek van Pieter Omtzigt en hoe we er lering uit kunnen trekken geweest, hetgeen een vruchtbare voedingsbodem had bereid voor Max’ reactie – en wellicht de rammelige analyse van de humoristische filosoof Kamiel kunnen voorkomen –

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *