Dichters gedenken
in het land der heuse poëten
wordt niet voor niets met woorden gesmeten
alles voegt zich naar het ritme dat redt:
de taal is als heerseres onverlet

ze heeft zich van haar taak zo goed gekweten
dat zelfs Magere Hein nog werkt op alfabet
Kwamrij
je bleef een dapper en verliefd estheet
die scherp en galant zijn kruit verschoot
je bracht leven in de bliksemse keet
Gerrit, waarom verdomme ben je nu al dood
Hagjes en bangmakers
hagjes en bangmakers, of: deze lul hoeft zich niet te rechtvaardigen zachte lachjes en het weten erom het staat u guur meneer het staat u guur ouwerukker verstopt u soms ergens een tichelaar? verkolkt glazuur op uw Randwyck vol overgare peeëprak vaarwel ooteoote de pleuris in je kloten meesterjankers zetten hier de toon ze ploerten ...