Doorlopend stemmen

Waarom is ‘stemmen’ een ritueel dat we moeten uitvoeren? Is het de enige manier om te bepalen door wie we ons willen laten vertegenwoordigen in het parlement? Waarom kan de politieke voorkeur, en de voorkeur voor een bepaalde volksvertegenwoordiger, niet permanent worden vastgelegd in een profiel dat de overheid voor iedere burger met een BSN bijhoudt?

Ik heb geprobeerd daar ‘onderzoek’ naar te doen zoals dat tegenwoordig heet, maar ik kon op het internet niks vinden over ‘continuous elections’. Daardoor was ik een beetje uit het veld geslagen: is het idee echt zo maf, en wat zijn de onoverkomelijke tegenargumenten? Uiteindelijk vond ik een kamerdebat over ‘stemmen met DigiD’ (de antwoorden van minister Hanke Bruins Slot op de vragen van het Tweede Kamerlid Van Haga), maar niet over doorlopend stemmen.

Stel dat de overheid op ikstem.nl (deze domeinnaam is te koop voor een dikke 1000 euro) mensen de kans geeft om vast te leggen op welke kandidaat ze willen stemmen. Ze loggen dan veilig in met hun DigiD en vinken een vakje aan. Ze kunnen dit op ieder moment wijzigen, dus de verkiezingsperiode is 365 dagen per jaar. Op de verkiezingsdag worden de stemmen uitgelezen (uiteraard met open source-software en zodanig versleuteld dat een stem niet aan een kiezer te koppelen is). Een ‘verkiezingsuitslag’ is dus gewoon de momentopname van een doorlopende peiling. Wanneer het land in de toekomst meer geavanceerd wordt kunnen we er zelfs voor kiezen dat er een nieuwe coalitie wordt gevormd wanneer de steun voor de zittende regering onder een (door AI berekende?) drempelwaarde valt. Op die manier voelen ministers een gezonde druk om hun beloften waar te maken. Ze schakelen niet meer om tussen ‘campagnemodus’ en ‘bestuursmodus’. Maar terug naar het idee van doorlopend kiezen, dat is al maf genoeg.

De drie voor de hand liggende bezwaren zijn: niet iedereen kan of wil gebruik maken van de digitale overheid (toegankelijkheid), het is manipulatie- en fraudegevoelig (kiesvrijheid) en het is een doodzonde tegen de privacy (kiesgeheim). Volgens het CBS maakt 90% van de bevolking tussen de 16 en 75 jaar gebruik van de digitale overheid. Het is essentieel dat alle stemgerechtigden hun stem kunnen uitbrengen, maar dit kan ook met bestaande middelen, zoals stemmen per briefpost of volmacht, of creatieve oplossingen zoals een rijdende ‘stembus’ die bij de laatste digibeten (DigiD-lozen) langskomt (een doelgroep die in een noodgedwongen steeds digitalere samenleving sowieso wat extra overheidsaandacht verdient).

Een groter bezwaar is dat de kiesvrijheid op het spel staat. Wanneer iemand alleen het kieshokje in gaat en daar anoniem haar stem uitbrengt, heeft de overheid al het mogelijke gedaan om dwang uit te sluiten. Dit lijkt niet mogelijk wanneer we via het internet moeten stemmen. Mensen die hulp nodig hebben bij het inloggen of niet beschikken over een eigen computer zouden gemanipuleerd kunnen worden door de familieleden of verzorgers die hen bijstaan, of door kwaadaardige software. Dit probleem lijkt onoverkomelijk, maar is het niet wijs om te kijken naar landen zoals Estland, waar je al sinds 2005 online kunt stemmen? We kunnen onderzoeken hoeveel burgers niet zelfstandig online kunnen gaan (denk aan ouderen) en op basis daarvan afwegingen maken. Is het niet tijd om de experimenteervreugde van het begin van dit millennium weer op te laten leven? Wat is er tegen om de optie om via internet te stemmen aan te bieden? Dit dient het gemak van de kiezer (denk aan drukke tweeverdieners die niet dichtbij de stembus wonen of zijn aangewezen op het OV). Wanneer we doorlopend stemmen is het online regelen vergelijkbaar met het invullen van je donorcodicil: je stelt je politieke status in. Iedereen kan zijn/haar/hun politieke status op ieder moment inzien of wijzigen, desnoods op het gemeentehuis.

Dit schreeuwt naar bezwaar nummer 3: het kiesgeheim. De minister verwijst in haar antwoord op Van Haga naar het rapport van de commissie Korthals Altes, maar dat is inmiddels verouderd. De blockchain, de technologie achter bitcoin, werd in 2008 uitgevonden. Het i-voting-systeem in Estland versleutelt de stemmen en voorziet deze van een digitale handtekening. Dit maakt geanonimiseerde telling en controle achteraf mogelijk. Niemand kan een stem koppelen aan een kiezer. In het geval van een doorlopende stemming gaat het om een waarde die is opgeslagen op een blockchain en alleen door de kiezer zelf kan worden uitgelezen met behulp van een digitale sleutel.

Het debat rond digitaal stemmen laaide voor de gemeenteraadsverkiezing 2021 even op, toen het land nog in de greep was van de coronacrisis. In 2023, het jaar waarin de eerste Est die geboren is in het digitaal-stemmen-tijdperk in dat land de kiesgerechtigde leeftijd bereikt, herhaalde de minster van BZK het oude standpunt: ze is “niet voornemens om stappen te nemen om internetstemmen mogelijk te maken.” Ondertussen is er open source-software die niet alleen veilig stemmen via internet mogelijk maakt, maar ook allerlei dynamische verbeteringen van onze democratie, zoals mijn maffe idee van doorlopend stemmen.

De onderstaande video legt de details van het Estse i-voting systeem uit.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *