Cursus gedichten verbeteren #22

Welkom terug bij de cursus gedichten verbeteren. De vorige keer behandelden we een gedicht over de zinloosheid van het bestaan (en de zee, was niet de goede zee). Het gedicht van deze aflevering sluit daarop aan, maar wil een hoopvolle toon toevoegen. In het uitgangsgedicht gaat dit effect verloren, dus onze uitdaging vandaag is duidelijk. Het idee dat meerdere gedichten met elkaar kunnen corresponderen breidt hun betekenisveld enorm uit; we zullen er meer mee werken wanneer deze cursus geavanceerder wordt. Dit zijn de uitgangswoorden van vandaag:

de tijd rukt op

wie je bent
wil de tijd weten
en ze heeft zo haar methodes

je bent niet haar metgezel
noch haar slaaf of meester
je bent haar experiment

de tijd rukt op

maar wie je bent
dragen de anderen
achter hun glimlach

Dit gedichtje presenteert een mierzoet ideetje en eindigt waar het interessant had moeten worden: kun je achter de glimlach van de anderen kijken? Is het altijd een valse glimlach? Draag jij dan ook achter jóuw glimlach wie de anderen zijn? Wat wordt er eigenlijk bedoeld met iets achter je glimlach dragen? Kunnen we dat verbinden met het feit dat we allemaal ‘experimenten’ van de tijd zijn? Op dit soort vragen moet het gedicht, hoe cryptisch ook, antwoord kunnen geven.

De mededeling dat de tijd oprukt komt uit de lucht vallen. Is die metafoor van een oprukkend leger de bedoeling?

je stelt je de tijd rukt op als tandwiel voor

Nu kan de lezer fantaseren: in welke machine? Gaat het over de tijdsopvatting van de industriële revolutie? Is de machine de metafoor voor het leven? Dat is hier allemaal impliciet gezegd. Dat maakt dit gedicht beter, mits we het volhouden.

een productievloer, waar je toe mag zien

dat ons alles in de rondte leidt

het machine-beeld,
een 
experiment

ik stel mij soms ook een tandwiel voor
en alle anderen

jij, straks niet meer
dan een glimlach

Deze triviale regel wil hier tussen staan. Kunnen we er iets mee? De subtiele, wetende communicatie tussen mensen die wéten dat ze onder invloed van de beeldspraak van de machine de tijd als een moordenaar voorstellen, een zorgende tederheid voor elkaar ervaren. Zie je hoe mank het in een volzin loopt? Voel je de noodzaak van poëzie hier?

die op een glimlach reageert
stelt je de tijd voor als orgaan moordenaar

dat standt houdt in een groter lijf als lijfwacht van een hoger zijn bureaucraat

De versie met de tijd als ‘orgaan’ is te onduidelijk. De romantische beweging wordt hier dunnetjes overgedaan met het beeld van de tijd als orgaan i.p.v. tandwiel dat troost moet bieden. Ik vind het vergezocht. De moordenaar en de bureaucraat (Eichmann) spreken voor zich. Het roept meteen Adorno’s vraag op over kunst na Auschwitz. Waarom schrijven we niet iets frissers?

je las in mijn hand het verhaal van een winterslaap

je wordt warm dier en de tijd een godendrank

Hebben we ‘goden’ nodig? Wat denken we van in het zwartde tijd schuimt als melk. Dat verwijst lekker (maar Kamiel! Dat is blasfemie, dat gepuzzel van jou! Dat mág toch niet?) naar de zwarte melk van Paul Celan. De melk opschuimen, luchtbellen erin creëren, dat is iets dat ik wil zeggen. Zo kunnen we nu langzaam tot een resultaatgedicht komen voor vandaag.

je stelde je
de tijd als tandwiel voor
dat alles in de rondte leidt

je stelde je
de tijd voor als moordenaar,
als bureaucraat

als de glimlach van een zwarte machine

ik zag je. je las in mijn hand het verhaal van een winterslaap

we stelden ons voor
dat we warme dieren waren en de tijd schuimde als melk

Wat vinden jullie ervan? Graag commentaren en suggesties! Wanneer jullie een bepaald gedicht willen laten verbeteren in het kader van deze cursus, kan dat natuurlijk ook!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *