achter de tralies van mijn borst
zingt het eitje van het ik
met zijn gouden snavel
ik schuifel voorzichtig naar m’n meisje toe
geef haar een stereotype kus,
mijn haarlijn slijmt om tijd
maar ik doe aan barokke eeuwigheid
Ik was geschrokken (echt: verdómme) van de gemiddeld lage kwaliteit van eerdere resultaten van deze cursus, maar - en daar spreekt dan toch mijn wijsheid - ik heb eerder al gezegd dat het slechts een tussenresultaat betreft. De komende weken gaan we deze gedichten verbeteren (of wanneer het echt niet anders kan, vernietigen). Vandaag beginnen we ...
Welkom terug bij een gedicht over de lente. Het rammelende uitgangsmateriaal gaat als volgt: De lente De jonge zon ruit de laatste weerzin op we sukkelen achter een witregel aan, jonge dieren verstoppen zich in het karkas van een vogelverschrikker en spieden het veld af, rijp korrelt nog in de smalle voren, een marter sluipt ...
Welkom terug bij onze cursus gedichten verbeteren. Vandaag nemen we een gedicht over een stier onder handen. Het uitgangsgedrocht is zoals we gewend zijn slordig uitgewerkt. De bedoeling van de auteur is te bespeuren, dus we gokken erop dat het gedicht verbeterbaar is. De stier af en toe maakt de staart een vliegenslag er staat ...
Welkom terug bij de cursus gedichten verbeteren. De vorige keer behandelden we een gedicht over de zinloosheid van het bestaan (en de zee, was niet de goede zee). Het gedicht van deze aflevering sluit daarop aan, maar wil een hoopvolle toon toevoegen. In het uitgangsgedicht gaat dit effect verloren, dus onze uitdaging vandaag is duidelijk. ...
onze huid moet gelezen worden in de voortijd
toen we niet meer dan een stolling waren
met voor ons een horizon en daaraan
een dansend figuur die nog niet de dood was
De tijd is een maagd met krullend haar &
poëzie is lijden aan de taal
een paar jaar te nemen, en te poffen
ons erin te verstoppen
wat let ons?
er speelt een verlangen om te heersen
een dikke schimmel tegen ons verhemelte
de hemelwaartse lijn van oneindige cultuur
voel je niet hoe we zware blokken op onze gloeiende slapen drukken de tijd rukt op wie je bent wil de tijd weten en ze heeft zo haar methodes je bent niet haar metgezel noch haar slaaf of meester je bent haar experiment de tijd rukt op maar wie je bent dragen de anderen achter ...