dementie
Wat vinden we nog meer in de schoenendoos van de orakelende puber die we hier af en toe uitmesten? Zijn aspiraties waren himmeljauchzend, het resultaat natuurlijk naïef en rommelig. Maar een enkele keer, ik bedoel het zou toch kunnen, dat er enkele regels tussen zitten, op de achterkant van opgefrommelde kassabonnen of oude bieronderzetters? Het ...
Onafhankelijkheid
Je maakt een barre tocht, je klimt op eigen krachten naar de hoogste top van een besneeuwd gebergte, voelt de granieten ondergrond onder je zolen verharden en ademt de heerlijk koele lucht met enthousiaste tuigen in. Je overziet het landschap in de rondte. Hier op deze paden, die als enorme steenaders langs de rotsen naar ...
De stad ontevreden I
Aan de rand zie je kreupelen en melaatsen die daar vergroeid zijn met de stenen ze grijpen naar alles, pas op voor je benen hun kermen hoor je tegen de gevels weerkaatsen Gifgroen fruit staat in nette rijen opgesteld telefoons, broeken, parfum, pruiken die dingen liggen daar om te gebruiken het wordt verkocht voor wat ...
gedicht voor iemand zoals wij
zo te leven, zonder een vierkante meter waar we allebei gewoon mogen zijn, waar de machtige letter onoplettend is of even lijkt te zwijgen nee: een land kan geen welkom zeggen protocol betekent: bescherm onze soort maar wij, wij moeten altijd een andere soort zijn de wereld is dus een pretpark geworden het toegangskaartje is ...
Cruijff dicht
Wat orakelde de jongen nog meer? Het volgende korte, dialectische gedicht bijvoorbeeld: kennie dichte moenie zeike niemand ken ze gelijke Het gedicht heft aan met een eenregelige jeremiade over het eigen gebrek aan poëtische uitdrukkingskracht, om direct daarna deze cynische zelfverfoeilijking met rauwe straattaal in de zeik te zetten. Er is niets om over te ...
hadden we natuurlijk allang gelezen
Soms kijken we weleens terug op wat we vroeger schreven, en schudden dan onze hoofden in milde ironie. Wat waren we pretentieus, wij jonge hemelbestormers in één zomervakantie, wij literaire pubers die Dante en Rabelais verslonden met een ingespeelde frons. Een voorbeeld is dit poëem dat ik zo rond mijn negentiende neerschreef: oud worden wij: ...
ga liever
er zijn twee nodig om te weven aan het doek en twee om het iedere nacht te ontrafelen: twee om te spelen het is niet zwaarwegend, een luttel toeval en ik lees een eind van eenzaam in de schaduwfiguren die over jouw gezicht kruipen maar zo zal ik niet weten wie je bent ik zal ...