We hebben een tegengif nodig tegen de eindeloze reclame voor ongelimiteerde groei. We hebben rechtszaken voor het klimaat geprobeerd, prominenten ingeschakeld, de dominee deed een duit in het zakje, de media hebben er uitgebreid aandacht aan besteed en nu is daar dan ook de columnist Kamiel Choi. Een column schrijven is gewoon kwebbelen met iets meer bijvoeglijke naamwoorden en bijzinnen, zodat het effect ontstaan van een aangenaam gekabbel dat de lezer het gevoel kan geven dat ze het er heel erg mee eens – of oneens – is.
Op het station van Viersen strandde vandaag mijn trein omdat een vrachtwagen een spoorwegovergang had beschadigd. De vervangende bus liet op zich wachten en ik bevond mij weldra in een divers groepje mensen met koffers en kantoorgezichten. Een Duitser met een bolhoed en een kostuum dat me aan een komiek deed denken zei “du bist in meinem Land” tegen een breedgeschouderde Turk, die door een paar maten werd tegengehouden. Een zwart meisje vroeg hem waarom hij zo racistisch was, en hij noemde haar stomme Negerin.
In Nederland is dat woord niet netjes maar hoor je het toch stiekem nog wel op televisie en wordt het door het type “helemáál geen racist” regelmatig in de mond genomen, maar in Duitsland is het weergaloze krachtterm. Ik verwachtte dan ook dat de lange belgeider van het zwarte meisje de man een stevige oorvijg zou verkopen, maar zulks gebeurde niet. Er was een grotere groep donkere mensen binnen gehoorsafstand en ze begonnen wat dingen terug te zeggen. De racist was aangevuurd en vuilbekte erop los, maar de portee van zijn beledigingen ging verloren in de hyperbool. Hurensohn, ich ficke deine ganze Familie, Schwanzlutscher, enzovoorts.
De mensen van kleur bleven verbazingwekkend kalm en daar heb ik veel ontzag voor, zelfs als de verklaring zou zijn dat de Duitse politie ook racistisch is en geen enkele hoeveelheid racistische drek opweegt tegen een corrigerende tik.
Ik was in Keulen om me voor het luttele bedrag van 21 euro door een specialist te laten vertellen dat, om een einde te maken aan de chronische kiespijn die al jarenlang de productie van mijn Finnegans Wakes en À la recherches in de weg staat, er drie tanden uit mijn mond dienen te worden verwijderd. De vorige zin is nog nooit eerder opgeschreven.
“Dat weet je niet”, grapt mijn dochter dan. Daarop leg ik haar uit wat “aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid” is. Laten we wel wezen, ik denk niet dat iemand die zin in dit actuele universum al eens eerder heeft opgeschreven. Maar dat terzijde. Wat voelde ik me goed in Keulen. Ik had voor mijn bezoek aan de Kliniek hele lekkere vegetarische Phò gegeten. Aanrader! De Speisekarte staat online. Dus als u de volgende keer in Keulen bent herinnert u zich dat u het op dit blog hebt horen donderen en gaat u daar smikkelen.
De meest memorabele activiteit in Keulen was echter noch de goddelijke soep, noch de kordate tandheelkundige specialist, maar mijn bezoek aan de Kölner Dom. Ik ben natuurlijk al veel vaker in die gigantische gotische fallus geweest en heb helemaal niks met stenen, crypten, zuilen of tegels. Het glas-in-lood is hooguit wel aardig maar laten we wel wezen, we gaan ook niet de hele dag naar het testbeeld kijken. Nee, wat me fascineerde waren de mensen. Niet de in stenen gestalten van de in de krochten van de dom rustende heiligen, maar de levende toeristen die het interieur fotografeerden. De houding die ze aannemen wanneer ze hun fotocamera of mobiele telefoon ter hand nemen wanneer ze de kruisweg of elkaar fotograferen. Zie ze licht door de kniën zakken, naar achteren leunen, omhoog kijken, van elkaar wegdraaien: het is een prachtige en spontane choreografie. En ik liep ertussen met mijn telefoon in de aanslag om die fotograferende mensen te fotograferen, als de gorilla die niemand ziet in het beroemde experiment. Ik kan vlak naast ze staan en een perfect plaatje van ze schieten, nog hadden ze niet in de gaten dat ik niet in de koude kerkstenen maar in hun gestalten was geïnteresseerd.
“Sorry dat ik in de weg stond”, zouden ze zeggen als ik pal naast hun hoofd een foto zou nemen, wat ik uit fatsoen overigens achterwege laat, zoals ik ook de portretten die ik maakte niet deel. Er zitten aan aantal mooie platen bij van mensen die allebei hun camera op een versteende geestelijke richten en daarbij een prachtige dynamische lichaamshouding aannemen. Die houding van fotograferende mensen is fascinerend en het observeren ervan doe je volgens de regels van de wildfotografie. Je wil het moment vastleggen dat ze hun camera omhoog houden en naar hun prooi kijken, dat zijn de meest dynamische foto’s.
Ik vind de mensen in de Dom oprecht esthetischer dan de Dom zelf. Het is verrukkelijk om een zonderlinge smaak te hebben, om iets heel mooi en waardevol te vinden waar normale mensen niets in zien. En wat een mogelijkheden liggen er in het verschiet: Parijs, Reims, Milaan, Barcelona, Rome!
Met een klein groepje namen we een taxi naar Venlo. De Syrische chauffeur gleed met 180 km/h over de Autobahn en we haalden net de laatste trein naar Eindhoven. Het leven is verrukkelijk.