Erbarmelijk juryrapport, vervolg

Dit is een vervolg op het stuk dat Huub Beurskens schreef over het taalgebruik in het juryrapport van de ‘Grote Poëzieprijs’.

wilde dood, want om die bundel gaat het [dat lijkt me nogal wiedes], trekt vanuit een persoonlijk verlies op onderzoek [het is een misverstand dat poëzie altijd ‘onderzoek’ moet zijn. Zij kan ook juist de beperkingen van een wetenschappelijke onderzoekende benadering invoelbaar maken (en dat geldt denk ik voor deze bundel)] uit naar de betekenis van rouw. Maar [een zin beginnen met ‘maar’?] overstijgt al snel het persoonlijke [Cliché. Wordt een boek over rouw minder persoonlijk als er iets algemeens in wordt gezegd?] en wordt ook meer dan een verslag van dat onderzoek. Door zijn open intertekstualiteit nodigt hij [did you just assume the gender of the bundel?] de lezer uit om zelf op zoek te gaan naar een radicaal andere blik op de wereld [holle frase. Wat is een radicaal (aan de radix) andere blik? Er was net sprake van ‘de’ betekenis van rouw, dus wederzijds begrip lijkt voor de dichter belangrijker dan radicale blikverschuiving]. Hij geeft een compromisloze analyse “van het geweld en de gevolgen / die nodig zijn om jouw levensstijl in stand te houden // er is veel doodspolitiek / maar geen verdriet”. Maar [zucht] tegelijk reikt hij handvatten aan om de zachtmoedigheid toe te laten in onze jachtig bewegende wereld en nodigt hij uit om als gemeenschap het rouwproces zijn tijd, zijn duurzame ritme [wat is een duurzaam ritme?] te gunnen: om de coronadoden, om afgebrande bomen, om verdronken vluchtelingen, … [kromme zin] Door verwijzingen naar niet-westerse concepten en rouwrituelen worden we ook op pad naar een oplossing geplaatst [op (een) pad geplaatst? waarom niet gestuurd?], zonder maar één oplossing op te dringen [‘zonder slechts één oplossing’, of ‘zonder ook maar één oplossing’?].

 

Wilde dood [de bundeltitel begin net nog met een kleine letter] is niet zomaar de bundel van het jaar. Het is een bundel waar we als jury nog jaren mee zoet zullen zijn, waarbij [bij dat zoet zijn?] we meest van al de hoop uitdrukken dat hij iets kan veranderen in het wereldbeeld van de lezers [de jury drukt de hoop uit door nog jaren met de bundel bezig te zijn? Volgend jaar worden er toch andere bundels bekroond?].

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *