Wat poëzie niet is

Ik luisterde naar een Podcast over poëzie. Het was de stem van een jonge vrouw en het klonk bezwerend.

“Dit is poëzie”, hoorde ik tussen de regels door, als je nog gelooft dat je dingen tussen de regels door kunt horen. Ik dacht dat het een onnauwkeurige metafoor was. Ik luisterde naar de regels, naar de met veel gewichtigheid uitgesproken enjambementen. En ik hoorde een soort triomf van betekenis. Hoorde ik die “tussen de regels door” of zat het al in mezelf? Was het míjn triomf als lezer, dat ik al die schijnbaar onsamenhangende regels kon duiden, erin kon delven en weer omhoog komen mijn handen vol betekenis?

Vroeger hielden andere kinderen mijn bril vast wanneer ik op het schoolplein werd uitgedaagd om te vechten.

Er is weleens een paspoort van me gestolen.

Of ik teveel koffie drink weet ik niet. De ene expert raadt matiging aan, de anderen wijzen juist op de gezonde stoffen in koffie.

De podcast duurde ongeveer een half uur. Het gedicht, dat eindigde met een droom over een watermeloen die van een balkon viel zonder ooit te pletter te slaan, werd ook nog uitgelegd.

Het was in opdracht geschreven. Kun je iets in opdracht schrijven van je vijand? Of je vriend?

Het menselijke genie wordt overschat. Het ware genie is het bodemleven. Eigenlijk zou ik vaker koud moeten douchen, maar dat moet ook een doel hebben.

Ik werd op school niet vaak gepest. Ik dacht in de pubertijd wel dat voortplanting er vanwege acne niet in zou zitten, maar wie denkt dat nu niet?

Als je rot fruit te dicht tegen elkaar aan legt, verspreidt de rot zich verder over de hele fruitschaal.

Ik besta al wel, want ik ben een keer geflistst. Ik stond enigzins herkenbaar op de foto, die me vanuit Duitsland werd toegestuurd. Ontkennen was in ieder geval onbegonnen werk.

Toen de Podcast was afgelopen dacht ik: ik ben helemaal geen dichter. Ik ben veel te zuinig met betekenis.

 

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *