Overgevoeligheid

Om er een beetje bij te horen moet je tegenwoordig overgevoelig zijn. Overgevoelig voor wifi-straling. Overgevoelig voor gluten. Overgevoelig voor maatschappelijke oneerlijkheid. Overgevoelig voor slechte vertalingen. Een goede vriendin van me is vertaalster en, om belediging aan verwonding toe te voegen, ze woont in Groningen – waar een regelmatige bromtoon aan de diepten der aardkorst wordt ontlokt door de nimmer aflatende gaswinning.

Om mijn eigen overgevoeligheid de baas te worden ging ik in Berlijn naar de legendarische technoclub Berghain, met de nog legendarischere uitsmijter Sven Marquardt die een tatoeage op zijn gezicht heeft. De benedenverdieping was hermetisch afgesloten omdat er een gays-only party plaatsvond. Boven was de dance floor wel open voor beide geslachten en ging ik stuiterende mensen observeren. Er was een Japans meisje dat als een soort Duracel-konijn op mdma stond te hakken. Er was een vrouw gekleed in dunne strepen leer die als een visnet haar borsten en billen omspanden. Een zestiger met sjofele baard maakte in het voorportaal kalme doch excentrieke bewegingen, en ik danste een moment met Gandalf mee. Ik zag minder reetneukerij dan verwacht en ook geen drugs, hoewel ik door een Brit voor de dealer werd gehouden toen ik me even naast de toiletruimte had neergevlijd.

De Geräuschkulisse is rauw en puur. Ik begrijp waarom mijn chauffeur-voor-een-dag Sebas een heilige ervaring heeft wanneer hij deze Sündentempel betreedt. De keiharde muziek kruipt onder je huid. Er heerst een ongedwongen sfeer van solidariteit. In de ogen van de mensen kon ik geen agressie ontwaren. De overgevoelige doet dit goed; van monotone beats, een constant bpm en dba gaat een catharsische werking uit. Je voelt je, wanneer je lijf dooreen wordt geschud door de maximaal toegestane decibels, thuis. Je woont voor een paar uur, die later zullen voelen als een paar minuten, in de beat, zoals je tijdens het neuken ook een paar minuten in elkaar kunt wonen.

Overgevoeligheid is in de mode. Ik ben er een groot voorstander van onder de voorwaarde dat we ons actief onzetten voor een cultuur met minder prikkels, minder extremisme op het werk, in de file, in de kroeg of bij het sporten. De overgevoelige kan floreren wanneer je hem minder geeft. Hoe minder we geprikkeld worden, hoe hoger het rendement. We hebben geen bommengordel en ultieme offers nodig om erkenning te voelen; we hoeven niet met hooivorken de straat op om onze verongelijktheid te ventileren; we hoeven niemand open te rijten voor onze eigen bevrediging.

We hebben genoeg aan een paar zonnestralen, een onverwachte glimlach, een dwarrelend herstblad, een schouderklopje. Alles kan de overgevoelige tot in het diepst van zijn ziel raken. We knikken ootmoedig, slikken een keer en gaan er melancholisch in een hoekje over nadenken. We voelen ons vaak kut, maar er vallen tenminste geen doden.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *