Als je homosexueel bent, en dat zou zomaar kunnen, hoed je dan voor de nichterigheid. Extravagante joligheid die bezit lijkt te hebben genomen van sommige liefhebbers van de gelijkgeslachtelijke liefde. Alles is overdreven. Het dribbelende loopje, het knikkende handje, de slappe verschijning, de opvallende kleding. Het is identiteit zoeken, en sexuele identiteit rangeert bovenaan op de lijst van identiteiten die we moeten hebben. Een maatschappelijke identiteit, met een betrouwbare dosis aanzien of afzien – we kunnen het zonder stellen. Een intellectuele identiteit met spitsvondige kritiek op alles wat elders gedacht wordt – het is niet noodzakelijk. Een nominale identiteit met officiële documenten in officiële kluizen – hoeft niet per se. Maar een sexuele identiteit, te weten wie we zijn met betrekking tot sex, dat is naast de morele identiteit onafdingbaar.
En het gaat hier niet alleen om lust en geilheid1, niet alleen om wat ons opwindt, het gaat erom hoe we in onze mooiste en afschuwelijkste dromen de ander2 zullen benaderen, hoe we voor hem verschijnen, hoe we ons aan hem geven, en hoe we hem in bezit nemen. De nicht is er voortdurend mee bezig, deze identiteit te polijsten. Het lijkt alsof hij zijn onzekerheid wil overschreeuwen. Hij wil zijn sexuele identiteit iedereen in het gezicht schreeuwen, en het liefst ook zichzelf – omdat hij niet zo goed weet wat er in zijn mooiste en afschuwelijkste dromen gebeurt. Hij meet zich tot in alle details een uiterlijke identiteit aan door zijn kleding, zijn manier van bewegen, zijn stem, zijn vriendenkring, zijn lectuur.
Maar het is een kopieerbare identiteit: hij ziet zich weliswaar bevestigd als nicht wanneer anderen er precies zo uitzien als hij, zijn identiteit schreeuwt echter om meer. En zo duikt hij nog dieper in de klerenkast, poedert nog meer rouge op zijn wangen, en trekt een nog strakkere broer van spekglad gelooid hagedissenleer aan. Maar het helpt niet. Hij weet nog steeds niet wat er in zijn belangrijkste droom gebeurt. Dus gaat hij experimenteren: hij geeft zich aan horden hitsige mannen, danst naaks voor oude nichten, zoekt toenadering bij iedereen die een sterkere of juist zwakkere indruk op hem maakt, al naar gelang de richting waarin zijn sexuele onzekerheid woekert. Hij zoekt liefde, net als wij allemaal. Maar zonder die cruciale droom blijven we verstoken van de liefde.
Laten we van hem proberen te houden. Onze cultuur maakt het de nicht zoveel moeilijker zijn persoonlijkste droom samen te stellen dan bijvoorbeeld de oud-Griekse. Socrates en Alkybiades hadden het niet nodig, nichterig te doen. Het sociale web waarin zij verkeerden boezemde hen geen angst en onzekerheid in. Hun bi- of homosexualiteit was geen marginaal verschijnsel dat zichzelf uit onzekerheid moest overschreeuwen. Ze begeerden elkaar en dat was dat. Bij ons hebben ze het zoveel moeilijker, de homosexuelen. Opkomst van het fenomeen nichterigheid. Exhibitionistische parade’s met bonte confetti en sprankelende vonkenregens, de gaykrant, leven in een gay-to, darkrooms die ik bij gebrek aan adequate kennis niet van adjectieven voorzie, wispelturigheid, hitsige buien, en heel veel sex. Het zijn kleurrijke figuren, de nichten.
Misschien heb ik hier de spijker op z’n kop getroffen, misschien zit ik ernaast en zijn nichten niet zo onzeker als mijn reflectie doet vermoeden. In ieder geval zoeken nichten hetzelfde als wij allemaal. Hij is er het levende bewijs van, waartoe liefde in staat is. Of het nu uit onzekerheid over zijn sexuele identiteit is, of uit overschuimend zelfbewustzijn dat hij halfnaakt met geërigeerd geslacht in een stram leren puntzakje heen- en weerstotend alle aandacht naar zich toetrekt, het is meer dan simpele geilheid, er woedt een diep verlangen naar liefgehad worden, naar liefde in hem.
1Zie geilheid
2Zie andersheid