op betere dagen
horen we onszelf praten
we observeren een klankkast
met een weerloos woord erin
en voelen vertrouwde trillingen
langs ons borstbeen
maar dan neemt zo’n mens het woord
neemt het woord terug
dat juist zo onweerstaanbaar
onverdedigd was
zo’n mens wordt dan een klankapparaat
dat wijdbeens het woord opblaast tot
geloof, dat is luchtdruk
en het galmt na wat zo’n mens dan brult
misschien voelt zo’n mens
die vertrouwde trilling
tussen de ribben –
maar te laat.
het woord was al veranderd
in een weergaloze galm
de echoput
is de minaret van zo’n mens
en de imam
dat zijn de anderen