Ik wil leven in de tempel van de poëzie,
boven mij wonen de wenkbrauwen van een jong genie
een grande dame zetelt in mijn salon
mijn brievenbus is een poëtische grabbelton
Martin was een buitengewoon genie. Toen hij tachtig jaar oud was, stak hij zonder te kijken het kanaal over. Op z'n zeventigste schreef hij zijn naam met poedersuiker op een omgekeerde pannekoek. Op z'n zestigste leerde hij in minder dan een week hoe je de letter pi op een fluwelen sierkussen borduurt, en dat terwijl ...