Gedichtendag
vandaag geeft alles ons gelegenheid tot een gedicht, de poëzie regeert het hele land, van Harlingen tot Weert leve de beeldspraak die met woorden vrijt   elke brug, elke Brahman, elke populier geeft zich over aan lichtvoetig spel van dit of dat gedicht, je kent het wel want alles is met al verbonden hier   ...
Márquez
Blik, de triomf vermorgend, de schering in je kruin krab de duurstem af en zing, ontstemde nacht egaal, zing, dans de losse veren gracieus in magistrale, mistrale wervelingen, zwerf over de doorstormde toendra zodra je afgevaald taalt naar de herstelling van Macombo, werk mee tegen de hemelrot Dek je erin, je nek gestrekt, de wereld ...
Gedichtendaggedicht
we laten vandaag gewoon magie opstijgen uit de kieren tussen alle tegels; gebruiken voor alles wat er gebeurt louter gepensioneerde of pasgeboren woorden de rest duwen we dan weer terug de trap op; boven, waar het volhangt met geleuterde eloquëntie worden ze opgewacht en met een boterlach geneuterd wij willen nog slechts hun bezorger zijn, ...
voor de eer
denk maar niet dat bij jou de kunsten leven als brallende bureaucraten op gedichtjesdag tussen een geeuw, een boer en een bulderlach de dichters met dunne mond een schouderklopje geven