wat denk je ervan morgen in de maan te wonen, waar fiere schaduwen uit je flanken slaan je het licht kust met je handen en je stem oneindig zingt langs hoge kraterwanden je ligt, je ademt de verwatering van alle grijsgeschilderde dingen die drijven op de stille wateren van jouw getemde, dode oceaan je ogen ...
wordt opgetekend in de loopgraven of
in paleizen met galmende echo's
door kapotgeschoten soldaten of
heerlijkheden op hun gouden troon
n'importe guèrre
waar we ons ook ingraven
het beeld blijft:
de dood wacht rustig
met z'n bijltje in de hoek
"En de jouwe?" "De mijne kreeg een hartaanval, plotseling." "Dus je hebt ook geen afscheid kunnen nemen?" "Nee." En zwijgend zitten we naast elkaar. Hieruit gaat weer een herinnering ontstaan. We voelen het, alsof we erop aan het broeden zijn. We zouden later allebei kunnen terugbladeren en allebei een beetje glimlachen bij dit punt. Het ...