Welkom bij deze aflevering en houd je hart vast voor een uitgangsprul dat ‘de markt’ heet.
De markt
bulkend sjokken hier de lastdieren
ze torsen zijde en citrus en amandelen
grote handen verstapelen alles noest in kratten
die op kramende plankenladen worden verraamdkoopwaar in gevraagde schaarste, bestoeien de magie van de gestalde waar-
heden naast de vissenkraam waar het overstroomt van dode ogen.knuistig kernt het vrijdom rond transacties
alles of niets is handelbaar,
het hart van de cultus is de dans om het eengekomene,
krachtens de handelsbalans, die ranzig de waarheid verkanst.ontketend, wordt alles marktig gemaakt en onderhandelbaar,
en O, O, O, hoe eenmalig waar is het woord
van de dichter die schuilt in een verregend hoekje
en met rare ernst zijn liefste woorden vent
Op mijn exemplaar staat in de kantlijn “getver nee! nee! nee! juk niet te cryptisch, en ok.” Waar het ok op slaat? Het beeld van de ventende dichter, de dode ogen, de worden noest, ranzig, kramend, torsen, vrijdom. De woordafbreking waar-heden is kitsch, en eigenlijk dit hele gedicht wel. Toch is het verbeterbaar. Let maar eens op!
op de markt staat een marktkrat vol koopwaar
met getrokken portemonnee staat iemand een man voor de vissenkraam
drie forellen. een waas glans nog in hun dode ogen
er is weer een transactie gesloten / er is onderhandeld over de vis
ginds verhandelt men zijde, citrus, amandelen
er stijgt een geur van vrijheid op /
Daarmee is hetzelfde gezegd, maar beknopter en begrijpelijker. Is het slechts een kwestie van een verschuivende stijl van de auteur, of is er sprake van een verbetering? Het beeld kan nu beter worden vastgehouden, de lezer krijgt de kans zelf dingen in te vullen, er wordt tijd (en ruimte) geschept voor de metaforen.
de koopman doet de vissen in ersatzpapier (hier mag de lezer aan ‘ersatz’ denken, aan psychologie, Duitsland, eikeltjeskoffie)
tikt het bedrag op de kassa aan (een concrete handeling, is het poëtisch relevant?)
(de man neemt de vissen aan.)
dan schreeuwt hij weer “verse forel. drie voor de prijs van twee” (symboliek moet de lezer zelf weten)
de vieze man in een verregend hoekje naast het vispaleis
kan ook een dichter zijn, die zijn liefste woorden vent
Wat er gebeurt is dan een eenvoudige visaankoop waarin we hopelijk alles kunnen zeggen wat de lelijke woordenvloed wilde uitdrukken. Het komt heel nauwkeurig en we moeten ons er goed van bewust zijn wat we niet zeggen. Op die manier arriveren we bij het volgende gedicht, zonder titel:
op de markt staat een man
met getrokken portemonnee voor de vissenkraam
het is zwaar weer, de mensen schreeuwen naar elkaardrie forellen graag, roept hij, met de glans nog in de ogen!
en ook ginds
waar men zijde, citrus, amandelen verhandelt
stijgt de scherpe geur van vrijheid opde koopman wikkelt de vissen in ersatzpapier
dan schreeuwt hij weer, verse forel,
drie voor de prijs van tweenaast het vispaleis ligt een gehavende man
die man kan ook een dichter zijn
Commentaar zou heerlijk zijn! Gaan er hiervan dertien in een dozijn?