In haar beschouwelijke kerstboodschap schreef bevlogen collega-columnist en Roversdochter uit het Noorden Bronja Prazdny over je afkomst en je vader als inspiratiebron, en hoe gezwellen op het internet haar zulks kwalijk namen. Een persoonlijke thematiek, net als een persoonlijke schrijfstijl die gulziger is dan 4,9 woorden per zin, werd door de semi-alfabeten niet op prijs gesteld. Ze brak een lans voor eigenheid en daar ben ik het van harte mee eens. Liever lees ik haar ‘dikke, emotionele drab’ dan een reeks gemanagede en voor SEO-doelen gekortwiekte gender- waarde- en emotieneutrale zinnen.
Wanneer ze, met een welbespraaktheid die we niet verloren mogen wanen, schrijft “Hier in de samizdat, in de veiligheid van mijn sub rosa, zwaai ik welgemeend en liefdevol naar de puntige onderkoelde tekstjes van de literaire collega’s” wil ik terugzwaaien, mijn bescheidenheid voor de gelegenheid onder stoelen of banken stekend.
2017 werd voor mij in ontstellende mate geregeerd door nervous irritation in the oral cavity. De pijn in mijn bek leidde mijn aandacht ontzettend af en brak menigmaal mijn concentratie eer die goed en wel op een onderwerp was gevestigd. Nooit praktisch geweten hoe groot de invloed van onze orale gesteldheid is op onze productiviteit. In theorie wel: het thema wordt uitgebreid besproken door survival-experts. In de zoete wetenschap dat, na de kleine chirurgische ingreep van vorige week, 2018 ook voor mij een stuk beter gaat worden, hef ook ik een lofzang op het leven aan.
Voor de dagen tussen nu en oudejaarsavond heb ik het goede voornemen om tenminste vier pagina’s per dag te schrijven, inspiratie of niet. Vandaag bijt ik het spits af (ik wilde schrijven ‘de’ maar zag daar uit respect voor Arjen Robben’s nagenoeg voltooide carrière vanaf) met een korte kerstboodschap, want in een democratisch gethemede monarchie geldt dat quod licet Alex, licet Alleman.
Lieve mensen, moge 2018 een jaar van bevlogen medemenselijkheid worden, een jaar waarin links en rechts niet de strijdbijl maar de hypocrisie begraven, opdat de debatten kleurrijker en zinvoller worden. Een jaar waarin we elkaar meer gaan bewonderen dan afzeiken, waarin we durven uitkomen voor wat we bewonderenswaardig vinden. Een jaar waarin we plezier halen uit kritische mediaconsumptie in plaats van als zombies door onze timelines te scrollen. Een jaar waarin we onze angsten leren begrijpen en zo zoetjesaan gaan samenwerken aan wat de wetenschap, de voetnoten mag u er zelf bijdenken, een steeds geringere waarschijnlijkheid toedicht: een leefbaar 2100 voor onze (achter)kleinkinderen.
Gelukkig kerstfeest.