Via de Nederlandse website Meandermagazine.net vandaag een aantal positieve verrassingen.
Dit gedicht van de in 1936 geboren Harry Vreeswijk:
Was getekend
In dat huis waar niemand thuis is
woont nu ook een vriend van mij
moe en magerhij vult zijn tijd met kleurpotlood
kijk zei hij, hier kun je een boom in zien
of beter misschien een fonteinen ik zag water ontspringen
rijzen naar omhoog en in een trage bocht
afdalen naar de aardeen ik zag dat wij dat waren.
Het is een compact en knap gedicht. De titel verwijst naar het ondertekenen van een brief, de geadresseerde zijn wij, de lezers. Het huis waar niemand thuis is, goede karakterisering van een bejaardenhuis. Het kleuren (ach, zoveel beter dan televisie kijken). En de speelse manier waarop we in een tekening de menselijke levenscyclus herkennen, maar tegelijkertijd dat dit herkennen een keuze is. We kunnen er ook een boom in zien, die zich niet steeds volledig herneemt maar wanneer hij sterft gewoon rot en omvalt.
En dit gedicht van Frouke Arns, ooit stadsdichter van Nijmegen en winnares van talrijke prijzen:
belofte in rood
je spreekt nog met de tongval van je moeder
de gebaren van je vader, maar in de spiegel kijkt een vreemd
vertrouwd gezicht je aanje boeken vol verse kennis staan op de pof met rechte rug
in een kamer die jouw geur nog niet draagt
je kent al drie recepten, waaronder eentje voor katermorgen, denk je, morgen gaat het echt beginnen
voorlopig is een bachelor gewoon een vrijgezelin het onbegrepen uur van schuim en as
en alle dingen die de nacht laat zingenis de stad groot genoeg voor al jouw toekomstdromen
klein genoeg om de weg naar huis te vinden op de tast
Een geslaagd gedicht voor iemand die voor het eerst op kamers gaat en daar Slauerhoff gaat lezen, zich onbegrepen gaat voelen, zijn eerste vriendin er gaat uitnodigen nadat hij dronken is thuisgekomen.