Het is een eenvoudige observatie: op het internet staan ontzettend veel websites zó vol met reclame, dat het lastig wordt om de flarden van de “eigenlijke” tekst te lezen. Google “Adwords” blokken, repen, stroken en frames houden de karige documenten in een wurggreep. Tot overmaat van ramp zijn deze vaak geschreven met als belangrijkste doel het optimaliseren van de advertentie-inkomsten, lees het aantal keer dat er op de reclames wordt geklikt.
Het schrijven van die teksten is een proces dat bijna kan worden geautomatiseerd. Maar nooit volledig. Want alles wat met een algoritme kan worden gemaakt, kan met een ander algoritme worden gedetecteerd. Zeker wanneer dat andere algoritme de beschikking heeft over alle rekenkracht van Google, de zoekmachine die ermee is gebaat dat de échte, serieuze, door mensen geschreven, geëngageerde teksten komen bovendrijven, en niet de krakkemikkige synthetische “content” die een AI-programma in elkaar heeft geflanst.
Dus staan de online job-websites vol met vacatures voor tekstschrijvers. Wat er van hen wordt gevraagd is content. Niet: artikelen, opiniestukken, non-fictie, poëzie, verslaggeving, anecdote, relaas, episode, column, raamvertelling, ingezonden brief, argumentatie, debat, suggestie, analyse, mijmering, verhaal. Nee, content.
Ook fotografie, video, tekeningen, stukken muziek vallen onder “content”.
Vroeger kwam men niet op het idee om al deze dingen over een kam te scheren. Waarom gebruikt men nu wel deze verzamelterm? Is het simpelweg omdat de techniek het mogelijk maakt om al deze creaties in een en dezelfde database op te slaan? Of is er nog iets anders aan de hand? Er is nu iets – vanuit het gezichtspunt van de “content”-aanbieder – iets dat ze gemeenschappelijk hebben: het vermogen om een stuk scherm te vullen en zo advertenties van een minimale rechtvaardiging te voorzien.
De betekenis van de categorie “content” is wat alle elementen die erin zitten gemeenschappelijk hebben. En dat kan maar een ding zijn (wanneer de techniek en databases aan het zicht zijn onttrokken): het feit dat ze advertenties kunnen verkopen, dat het dus uiteindelijk om commercie gaat. Lees goed. Dit wil niet zeggen, dat alle content commercieel is, maar alleen dat het gebruik van het woord “content” impliceert dat het om iets met commerciële mogelijkheden gaat.
“Koop nu Dovidas. Hét wasmiddel tegen inktvlekken. Aanbevolen door schrijvers.”