Toen ik in Berlijn woonde kocht ik nooit een kerstboom. Een paar dagen ná kerstmis lag er altijd wel ergens eentje op straat. Die nam ik dan op de fiets mee naar mijn huis om ze te decoreren met opgeknipte kranten, eierschalen en houtsnippers. Onder mijn geïmproviseerde kerstboom schreef ik dan met grote onregelmaat stukjes in het Nederduitsch, met een eclectische grammatica en een suikerspinpoëtica. Ik zoop koffie zoals de held Bill Murray in Coffee and Cigarettes; hangend op mijn bruine op straat gevonden driezitter keek ik geestdodende films; af en toe fietste ik naar de Universität om een college bij te wonen maar vooral voor de gratis hapjes en de mooie juffrouwen bij allerlei symposia. Ik was bezig met een groot Projekt waar ik zienderogen minder in geloofde, maar het ontbrak me aan de moed om dit de nek om te draaien.
* * *
- In 2016 ga ik de zuinigheid overwinnen. Niet dat ik mijn anti-consumentistische politiepet aan de wilgen hang. Wel, dat ik hem eens flink uit de broek laat hangen. Vaker naar goede restaurants. Meer en betere wijn drinken.
- In 2016 ga ik schrijven op muziek. Beter voor de regelmaat, vooral als er gezond bij wordt gedronken. En overdreven goed letten op de grammatica, zoals een prof me ooit voordeed, “omdat het geschrevene anders geen houdt snijdt”.
- In 2016 blijf ik een stevige koffiedrinker, maar zal het concentratieverhogende effect vaker teniet doen met een fles Vinho Verde of andere alcoholica.
- In 2016 ga ik minder acht slaan op instituten en personen die me angst aanjagen. Her en der ga ik nog een afrekening doen, maar alleen van lieden waarbij er geen suïcidegevaar op de loer ligt. Polemiek, poëzie, verhalen, aforistiek, novelles – de productie opvoeren.
- In 2016 heb ik een natuurlijk al een groot Project: mijn dochter Miru wordt op 4 januari drie en zal kennis gaan opslurpen als een salonsocialist tomatensoep met rum. Ik mag daarbij voor lepel en slabbertje zorgen.